Statenvertaling
Derhalve zeide Saul tot David: Zie, mijn grootste dochter Merab zal ik u tot een vrouw geven; alleenlijk, wees mij een dapper zoon, en voer den krijg des HEEREN. Want Saul zeide: Dat mijn hand niet tegen hem zij, maar dat de hand der Filistijnen tegen hem zij.
Herziene Statenvertaling*
Daarom zei Saul tegen David: Zie, mijn oudste dochter Merab; haar zal ik u tot vrouw geven. Alleen, wees voor mij een dappere zoon, en voer de strijd van de HEERE. Want Saul dacht: Laat niet mijn hand tegen hem zijn, maar laat de hand van de Filistijnen tegen hem zijn.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Saul zeide tot David: Ziehier mijn oudste dochter Merab; haar zal ik u tot vrouw geven, mits gij in mijn dienst een dapper man zijt en de oorlogen des Heren voert. Maar Saul dacht: Laat niet mijn hand, maar de hand der Filistijnen tegen hem zijn.
King James Version + Strongnumbers
And Saul H7586 said H559 to H413 David, H1732 Behold H2009 my elder H1419 daughter H1323 Merab, H4764 her will I give H5414 thee to wife: H802 only H389 be H1961 thou valiant H1121 - H2428 for me, and fight H3898 the LORD'S H3068 battles. H4421 For Saul H7586 said, H559 Let not H408 mine hand H3027 be H1961 upon him, but let the hand H3027 of the Philistines H6430 be H1961 upon him.
Updated King James Version
And Saul said to David, Behold my elder daughter Merab, her will I give you to wife: only be you valiant for me, and fight the LORD's battles. For Saul said, Let not mine hand be upon him, but let the hand of the Philistines be upon him.
Gerelateerde verzen
Numeri 32:27 | 1 Samuël 17:47 | Psalmen 55:21 | 2 Samuël 11:15 | 1 Samuël 18:21 | 1 Samuël 25:28 | Numeri 32:20 | 1 Samuël 17:25 | 2 Samuël 12:9 | 1 Samuël 18:25 | Deuteronomium 17:7 | Numeri 32:29 | Numeri 21:14 | Psalmen 12:2